0 of 25 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de quiz al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Quiz is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de quiz te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 25 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
Een goed voorbeeld van een lichtstraal is
Tussen een lamp en een groot scherm staat een klein scherm.
Op welke punt(en) van het grote scherm komt helemaal geen licht van de lamp?
Je maakt met een lamp een schaduwbeeld van je hand op een scherm. Als je je hand naar de kamp toe beweegt, wordt de schaduw:
Een spiegel en een schilderij hangen naast elkaar aan de wand. Ze worden beide beschenen door de zon. De tekening geeft een bovenaanzicht. Bij beide voorwerpen zijn drie teruggekaatste stralen te zien. Wat zie je aan de tekening?
![]() |
![]() |
Voorwerp 1 | Voorwerp 2 |
Wit licht bestaat onder andere uit de kleuren:
Na1.2.D.06Hieronder staan vier tekeningen van lichtstralen.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
figuur 1 | figuur 2 | figuur 3 | figuur 4 |
Een divergerende bundel wordt weergegeven in:
Na1.2.D.07Hieronder zijn vier gevallen van terugkaatsing afgebeeld.
![]() |
![]() |
figuur 1 | figuur 2 |
![]() |
![]() |
figuur 3 | figuur 4 |
De terugkaatsing gebeurt hier volgens de spiegelwet in:
Een luchtbuks heeft een vizier om nauwkeurig op het doel te kunnen mikken.
Je maakt hierbij gebruik van het feit dat:
De belangrijkste eigenschap van licht die schaduwvorming veroorzaakt, is dat:
Een goede toepassing van licht zie je bij:
Welke uitspraak is waar?
Als er licht valt op een stuk zwart karton, wordt dat licht voor het grootste gedeelte:
In de tekening is de hoek van terugkaatsing:
![]() |
![]() |
Opstelling 1 | Opstelling 2 |
In opstelling 1 staat een grote lamp die over zijn gehele oppervlakte licht uitzendt voor een scherm. Daartussen staat een voorwerp. Je ziet op het scherm de schaduw van het voorwerp. In opstelling 2 is de grote lamp vervangen door een even sterke, maar veel kleinere lamp. De rest van de opstelling is hetzelfde. Wat kun je nu zeggen over de scherpte van het schaduwbeeld?
Een lichtstraal valt op een spiegel. De spiegelwet zegt het volgende:
Een stuk glas wordt beschenen met rood licht. Het laat dan rood licht door. Daarna wordt het beschenen met wit licht. Het laat dan oranjeachtig licht door. Dit glas absorbeert vooral:
Als er wit licht op een blauw voorwerp valt, weerkaatst dat voorwerp:
In punt L voor een spiegel staat een lampje. Dat lampje wordt in de spiegel bekeken door een oog dat in punt O staat. Om de lichtstraal te tekenen die van het lampje naar het oog gaat, moet je een lijn trekken:
We noemen een spiegelbeeld virtueel als:
De tekening toont een poppetje voor een spiegel. Ook het spiegelbeeld is getekend. Een lichtstraal afkomstig van de neus van het poppetje wordt weerkaatst in de spiegel. Dat is:
Een lamp hangt voor de spiegel. In de tekening is de voorwerpsafstand:
Voor een spiegel staan drie kaarsen. Ada kijkt in de spiegel (zie tekening) Ada kan in de spiegel zien:
Pieter staat voor de spiegel. De lichtstralen 2 en 3 vanuit zijn kin treffen de spiegel. De lichtstralen 1 en 4 zijn de teruggekaatste stralen. Welke van die stralen gebruik je om het spiegelbeeld van de kin van Pieter te vinden?
Een kaars staat voor de spiegel. Het spiegelbeeld van die kaars is:
L is een lamp voor de spiegel. Twee lichtstralen uit het lampje vallen op de spiegel en worden teruggekaatst. Ook het spiegelbeeld van L is getekend. Fout getekend is: